Zoek op naam door alle bronnen in Bonmama
 achternaam:    voornaam:

    nu meer dan 1.415.000 naamrecords beschikbaar!           uitgebreid zoeken

Heeft U een vraag over de geschiedenis van Avereest of Ommerschans of bent U op zoek
naar een persoon die hier mogelijk voor zou moeten komen in een van de bronnen?

stel hier uw vraag!



geschiedenis Avereest

eerste bewoning
De bewoningsgeschiedenis van Avereest gaat terug tot de 13e eeuw, toen zich de eerste landbouwers vestigden vanuit het Drentse de Wijk, stroomopwaarts langs het riviertje de Reest, dat de natuurlijke grens tussen Drenthe en Overijssel vormt. De Reest was ook eeuwenlang de natuurlijke afwatering van een uitgestrekt veengebied in het historische Vechtdal. De Reest ontspringt in het noorden van de Marke Rheeze en ontleent wellicht haar naam aan deze marke. Vermoedelijk tussen 1283 en 1292 is bij Oud Avereest een eerste kerkje gesticht. Daarna zijn nog een aantal erven gesticht langs de Reest, waarvan Den Kaat eeuwenlang de meest oostelijke was.
Lees het artikel "Den Luden de Restina" over de vroegste geschiedenis van Avereest

vroege activiteiten
Omstreeks 1625 werd tussen Ommen en Avereest de Ommerschans gebouwd als verdedigingswerk tegen de Spaanse dreiging. Het was een eenvoudig, vierhoekig verdedigingswerk met een gracht. Toen in het rampjaar 1672 de Munsterse troepen onder leiding van Bernhard "Bommen Berend" van Galen voor de schans verschenen, werd deze zonder slag of stoot overgegeven. Omstreeks 1750 werd de schans volledig gemoderniseerd, waarbij er ondermeer een stervormige buitengracht met ravelijnen werd aangebracht. Niet lang daarna verloor de Schans haar functie als verdedigingswerk en tot het begin van de 19e eeuw was het een "lands magazijn", waar ondermeer munitie werd opgeslagen.
In de achtiende eeuw werden oostelijk van Den Kaat nog een aantal boerenerven gesticht, waarvan het Spijker de meest oostelijke was, thans gelegen ten noorden van de visplas bij de Nieuwe Zuidwolderstraat. Reeds in de eerste helft van de 18e eeuw werd op initiatief van de Zwolse burgemeester Gerrit Willem Golts HBSN 39718 een aanvang gemaakt met gestructureerde ontginning van het veengebied in Den Oosterhuis. lees verder...

de Dedemsvaart
In het noorden van de marken Arrien, Stegeren, Diffelen en Rheeze lag een dik pakket hoogveen dat daar na de laatste ijstijd was afgezet. Deze marken waren aan het begin van de 19e eeuw nog onverdeeld en een groot deel van de aandelen of waardelen in deze marken was in handen van een paar grootgrondbezitters. Zij hadden er belang bij om het veen "aan de snee" te brengen, zoals dat in de eeuwen ervoor in andere delen van het land was gedaan. Turf was eeuwenlang de belangrijkste brandstof. In 1809 kreeg Willem Jan baron van Dedem HBSN 39159 toestemming van Koning Lodewijk Napoleon voor het graven van een vaart vanuit Hasselt door de venen. lees verder...

vervening
Ten behoeve van de vervening werden door Van Dedem en de andere landeigenaren geschoolde veenarbeiders naar de nieuwe Kolonie gehaald, die in de veengebieden van met name Groningen, Drente en Friesland, het vak hadden geleerd. De besten onder hen kregen de functie van veenbaas. Een aantal van hen slaagde er in om zelf gronden te verwerven en voor eigen rekening te vervenen. Zij werden de invloedrijke verveners van Avereest die, nadat het veen uit Avereest goeddeels was verdwenen, verder trokken naar Hardenberg (Slagharen), Gramsbergen (De Krim), Coevorden (Steenwijksmoer) en Emmen (het Amsterdamse veld). Maar ook trokken ze naar het zuiden (Vroomshoop) of naar andere veengebieden, zoals de Brabantse en Limburgse Peel. In hun kielzog trokken veel veenarbeiders mee naar de nieuwe gebieden. lees verder...

bedelaarskolonie Ommerschans
In 1819 gaf Koning Willem I het vruchtgebruik van de oude Ommerschans, gelegen even ten zuiden van Balkbrug, maar binnen de gemeente Stad Ommen, aan de Maatschappij van Weldadigheid, die het jaar ervoor haar eerste kolonie (Frederiksoord) nabij het Drentse Vledder had ingericht. Aannemer Eltje Nuis HBSN 2703 kreeg in 1822 de opdracht om op het centrale terrein in de Ommerschans een voor die tijd enorm gebouw te plaatsen; 99x99 meter, dat plaats kon bieden aan duizend bedelaars, die te werk werden gesteld op een van de werkplaatsen op het terrein, of op een van de 21 hoeven op de landbouwkolonie rond de schans. Een aantal van deze hoeven lag op het grondgebied van Avereest. In de loop van de jaren vestigden zich veel voormalige beambten en ook een aantal ontslagen kolonisten van de Ommerschans in Avereest. lees verder...

de grote gemeente Avereest
In 1819 werd de zelfstandige gemeente Avereest afgesplitst van Ommen. Hiermee kwam de bestuurlijke macht over dit gebied in handen van Van Dedem, wiens zwager, burgemeester van Nieuwleusen, tevens burgemeester van Avereest werd. Slechts een klein deel van het veengebied lag binnen de nieuwe gemeente Avereest; de kern van de nieuwe veenkolonie lag verder naar het oosten op het grondgebied van Ambt Ommen. Na een periode van touwtrekken werd Avereest in 1837 vergroot met delen van Ambt Ommen en Ambt Hardenberg. De lijsten met inwoners die bij Avereest zijn gevoegd zijn bewaard gebleven. zie inwonerlijst 1837

schippers en schepen
Op de Dedemsvaart ontwikkelde zich een druk scheepvaartverkeer. Veel schippers woonden met hun gezin aan boord van hun schip. Dat nam niet weg dat ze verplicht waren een woonplaats te kiezen, het Domicilie. Veel schippers, die voornamelijk uit Hoogeveen afkomstig waren, kozen domicilie te Avereest. Zo tellen we in 1850 47 gezinnen in het schippersregister. In 1870 waren dat er maar liefst 225 en in 1910 waren het er nog steeds 148. Ook kwam in Avereest de scheepsbouw van de grond. Al voor 1825 was er al een werf aan het Rak, van scheepsmaker Boele Holvast HBSN 3883 lees verder...

van vervening naar landbouw
De uitgeveende grond werd opgekocht door landbouwers, die met behulp van stadscompost uit de grote steden de grond in vruchtbare dalgrond omzetten. Deze compost kwam als retourvracht met de turfschepen naar Dedemsvaart. Veel nieuwe landbouwers waren jonge boerenzonen uit Groningen en Friesland die in eigen provincie geen grond konden vinden voor een eigen bedrijf. De boerderijen die vanaf 1870 rond Dedemsvaart zijn gebouwd dragen de stijlkenmerken van de regio waar de eerste eigenaar geboren en getogen is.

industrialisatie en handel
Bij Dedemsvaart ontstonden een aantal bijzondere industrieën, zoals de kalkbranderijen, de scheepswerven, de aardappelmeelfabriek, de glasblazerij en de sigarenfabrieken. In 1863 werd de Kamer van Koophandel en Fabrieken opgericht. Lange tijd nam Dedemsvaart ook een vooraanstaande positie in in het kweken van tuinplanten, met de kwekerijen van de families Van der Elst (Tottenham) HBSN 17932 en Ruijs (Moerheim) HBSN 6895.
In 1903 startte met steun van de vervenersfamilie Berends de eerste textielfabriek in Dedemsvaart. Deze onderneming leidde in 1929 tot de oprichting van de firma Delana, die onder leiding van de familie Minke uitgroeide tot een vooraanstaande fabriek van gebreide kleding. Op haar hoogtepunt had Delana ruim 500 medewerkers. In 1971 moest Delana, gedwongen door de concurrentie uit het verre oosten, haar deuren sluiten.
Intussen was een andere werkgever flink aan het expanderen: postorderbedrijf Wehkamp, buurman van Delana, wist de juiste formule te vinden door haar klanten krediet aan te bieden. Ook de komst van Internet heeft Wehkamp goed beantwoord en daarmee is zij anno 2020 nog steeds een succesvolle onderneming, die in 2016 is verhuisd naar Zwolle.

Rijksopvoedingsgesticht en T.B.S. Kliniek Veldzicht
In 1859 is de bedelaarskolonie de Ommerschans door de Maatschappij van Weldadigheid overgedragen aan de overheid. De Ommerschans ging verder als rijkswerkinrichting en de capaciteit werd opgevoerd tot boven de 2000 bedelaars. Nadat in 1891 het gesticht gesloten werd, is ten noorden van de Ommerschans in Balkbrug het Rijks Opvoedings Gesticht voor Jongens "Veldzicht" gebouwd, dat in de zomer van 1894 werd geopend. Veldzicht was in het eerste decennium van de 20e eeuw het meest vooruitstrevende opvoedingsinstituut van Nederland. Maar de inzichten rond gedwongen opvoeding van kinderen veranderden snel en nadat in de twintiger jaren een aantal opvoedingsgestichten in het land waren gesloten, werd in 1931 ook het lot van Veldzicht bezegeld. In de zomer van 1932 werden de laatste pupillen overgeplaatst naar Doetinchem en Leeuwarden. Onder maatschappelijke druk werd een nieuwe bestemming gevonden voor Veldzicht; het werd per 1 januari 1933 een Rijks Asyl voor Psychopathen, later omgedoopt in T.B.S. kliniek, thans Forensich Psychiatrisch Centrum Veldzicht. Zo heeft Balkbrug er bijna 2 eeuwen geschiedenis opzitten m.b.t. de opvang van ontspoorde Nederlanders. In 2013 zag het er naar uit dat de twee eeuwen niet worden vol zouden worden gemaakt door de bezuinigingsmaatregel Veldzicht te sluiten. Door breed gedragen protest en intensief lobbywerk is in het begrotingsakkoord op 12 oktober 2013 besloten Veldzicht in afgeslankte vorm (van 218 terug naar ca 150 bedden) te behouden.


toegankelijk maken geschiedenis Avereest en Ommerschans

Per 1-1-2001 is de gemeente Avereest samengevoegd met de gemeenten Gramsbergen en Hardenberg tot de huidige gemeente Hardenberg. Omdat de geschiedenis van Avereest geheel na de invoering van de Burgerlijke gemeentes in Nederland ligt en grotendeels na de invoering van de kadastrale grondregistratie in 1832, is het mogelijk om een gedetailleerde reconstructie van Avereest "van wieg tot graf" te maken. Daaraan wil ik mijn steentje bijdragen.

Sinds 1982 werk ik aan het digitaal ontsluiten van de documenten die betrekking hebben op de gemeente Avereest en de Ommerschans. Inmiddels betreft dit de volgende verzameling bronnen: doopregister en huwelijksregister Oud Avereest (1757-1811), geboorteactes Avereest (1819-1922), Ommen (1811-1818), Ambt Ommen (1819-1837) en Ommerschans (1820-1891), huwelijksactes Avereest (1819-1947) en overlijdensactes Avereest, (1819-1972), Ommen (Ambt/Stad) (1811-1900), de inwonerslijst van de buurtschap Avereest in 1811, de lijst van inwoners die in 1837 bij Avereest zijn gevoegd, de bevolkingsregisters van Avereest van 1850 tot 1940, de kadaster registratie (1832-1960), de kohieren Hoofdelijke Omslag 1853-1919 (voor zover bewaard), de index op de bouwvergunningen (1903-1960) en inventarisaties van de R.K. begraafplaats en de openbare begraafplaatsen in het Achterveld en de Mulderij, plus een groot aantal bronnen met betrekking tot de Ommerschans.

Bij het toegankelijk maken van de Burgerlijke stand zijn niet alleen namen van de hoofdpersonen overgenomen, maar ook alle gegevens van getuigen. De kadaster administratie is zodanig vastgelegd dat de volledige filiatie van elk perceel binnen het tijdvak 1832-1960 in een paar tellen wordt gegenereerd, met vermelding van de eigenaren volgens de kadastrale legger. In combinatie met de op hoge kwaliteit gescande kadasterkaarten (minuutplans) van 1832, 1860 en 1890 en de kadasterhulpkaarten is de filiatie goed te koppelen aan een geografische locatie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de in 2020 door wijlen Ron Nijhuis gebouwde website atlasavereest.nl.

Ook de bevolkingsregisters zijn integraal gedigitaliseerd. Daarbij worden de adressen, waarvan de locatie eenduidig is vastgesteld door het combineren van de kadaster registratie en het bevolkingsregister, getoond in Google Maps.

Inmiddels zijn de meeste hoofdpersonen uit het openbare deel van de Burgerlijke Stand van Avereest verwerkt in een genealogisch bestand van meer dan 180.000 personen, waarin de relaties tussen deze personen vast ligt. In het bestand zijn de relaties naar de bronnen volledig gedocumenteerd. Bij echtparen die tijdens hun huwelijk naar Avereest verhuisden zijn in de meeste gevallen de gegevens van de huwelijksacte (buiten Avereest) toegevoegd.

Alle personen in de ontsloten bronnen worden door middel van het Historisch Burger Service Nummer gekoppeld aan de Genealogische Database Avereest, zodat van elke bewoner een fragment kwartierstaat kan worden opgeroepen.

De gefotografeerde bladzijden van de bronnen worden op deze website geplaatst. De bezoekers van deze website kunnen online de bladen van de nog niet ontsloten bronnen transcibreren. Op deze wijze zijn in 2014 het bevolkingsregister van 1860-1869, in 2015 het register van 1880-1889, in 2016 het register van 1890-1899, in 2019 het register van 1900-1909 en in 2022 het register 1920-1939 volledig ontsloten.
In 2017 heb ik mijn focus verlegd naar de bevolkingsadministratie van de bedelaarskolonie, later Rijkswerkinrichting Ommerschans (1819-1890). Het doel om alle registers van deze inrichting te ontsluiten en alle personen die hierin voorkomen, te koppelen aan de Genealogische Database Avereest. Alle meta-data stel ik ter beschikking van de archiefinstellingen waar de originelen berusten.

Voor een nadere uitleg van de opzet van deze website, lees de visie achter Bonmama.


Contactformulier