document nr: NL-UtHUA_16_2119_0248              record nr:      
Archief: Utrechts Archief   Bron: Aartspriesters Hollandse Zending - Salland - Drenthe - Ingekomen brieven afkomstig van pastoors en kapelaans, 1840-1841      
datum: 22 DEC 1841    plaats een opmerking     record nr:
Titel:

transcriptie:
Hoog Eerwaarde Heer!

De beantwoording der vraag, door U HoogEerwaarde mij voorgesteld, omtrent den Zedelijken en Godsdienstigen toestand der Roomsch Catholijke Gemeente te Ommerschans, en wel opzettelijk de vraag, of de Roomsch Catholijken hier door de Maatschappij ook partijdig behandeld worden, wensch ik op de volgende wijze zoo naauwkeurig mij mogelijk aan U HoogEerwaarde te doen.
Na raadpleging van den Wel Eerwaarde Heer Maas over het een en andere kant, en de verslagen, die door mijne Eerwaarde voorgangers, over den Zedelijken en Godsdienstigen toestand, aan de permanente Commissie gedaan zijn, en hier komt bij de weinig ondervinding, die ik gedurende den korten tijd, dat ik hier ben, gemaakt heb, kan ik het volgende met waarheid zeggen.
1o eersten of de Maatschappij tegen de Roomsch Catholijken partijdig handele, zeker heeft dit plaats, vooreerstens dewijl alle hoogere Ambtenaren hier tot de protestantsche Godsdienst behooren, en deze Ambtenaren handellen bij verschillende Gelegenheden ook partijdig tegen de Roomsch Catholijken, maar altijd onder deze of gene dekmantel, zoo dat men het niet openlijk kan bewijzen. die van de lagere Ambtenaren tot den Roomsch Catholijken Godsdienst behooren zijn zeer weinig, en meest alle Catholijken met den naam die meer nadeel aan de R.C. Godsdienst toe brengen, dan zij zouden doen, wanneer ze protestantsch waren.
Ik heb zeker meer te klagen over het verzuimen van den openbaren Godsdienst bijzonders op kerkdagen, over de Ambtenaren en niet kolonisten, dan wel over de kolonisten ongeacht de herhaalde en dringende aanmaningen, alhoewel deze tot het bijwonen als het ware genoodzaakt worden, dewijl de roomsch Catholijke Ambtenaren en andere den Kolonisten een goed voorbeeld behoeven te geven. Maar wat is hier van de oorzaak, dat door de Directie hier niet worde toe gezien op Godsdienstigheid en zedeloosheid bij het bevorderen tot deze Ambten en bedieningen, maar in tegendeel de onverschilligen schijnen door de Directie het eerst bevorderd te worden en
22 DEC 1841 A. Lammers (HBSN 98419), van beroep deservitor, woonachtig te Ommerschans, verslag van de toestand in de Ommerschans verwijder